Het klinkt misschien gek, maar ook als ze nooit een hypnotherapie-sessie hebben gedaan zijn de meeste mensen wel eens in hypnose geweest – of in trance, dat betekent hetzelfde.
Want je kent vast wel de ervaring dat je verdiept bent in een boek, en je alles zo een beetje om je heen vergeet. Of dat je een bekende weg al voor de honderdste keer rijdt, en opeens tot de ontdekking komt dat je een heel stuk niet bewust heb meegekregen.
Eigenlijk zijn dat vormen van alledaagse trance. In hypnotherapie wordt van deze toestand gebruik gemaakt, om dat je dan niet zo gehinderd wordt door de omgeving, maar je helemaal kunt bezighouden met wat er zich van binnen in jou afspeelt. Trance of hypnose wordt dan ook wel aangeduid met: een heel geconcentreerde aandacht op je binnenwereld. Een cliënt beschreef het ooit prachtig als: mentale beeldende kunst.
Daarom is hypnotherapie ook niet eng: net als bij het lezen of autorijden heb je volle aandacht er weer bij als dat nodig is. Je hoeft dan ook niet bang te zijn dat je allerlei gekke dingen gaat doen in trance: je doet niets wat je zelf niet wil.